-
Dagboek - Dag 336
Dag 336 "Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben, stand kunt houden" (Efe. 6:13). "Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel" (Efe. 6:11). Als we deze twee teksten vergelijken, zien we dat de dag van het kwaad (letterlijk: de kwade dag) overeenkomt met de listige verleidingen van de duivel. "Want wij hebben de...
de Drie-eenheid - het wezen van God - studie 3
Spreker: Hoite Slagter- Gegevens
-
Serie: Bijbelstudiedagen
-
Datum: zaterdag, 25 maart 2017
-
Hits: 4056
-
Schriftgedeelte: Jesaja 9:5
Jes. 9:5 “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst”.
De Zoon is de eeuwige Vader, Vader van de eeuwigheid.
In de Bijbel:
Teksten die verschillen } niet of/of
Teksten met eenheid } maar en/en
Joh. 1:1-2 “1 In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God”.
Gaat terug tot het begin, de oorsprong. In de andere evangeliën staan geslachtsregisters.
In de grondtekst staat bij eind vers 1, en God was het Woord.
Woord – God – God – Woord
Joh. 20:25 “De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven”.
Joh. 20:27 “Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig”.
Joh. 20:28 “En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God!”.
Hier wordt de Heere Jezus aangesproken met God.
Kol. 2:9 “Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk”.
Het Woord werd vlees, Hij nam de menselijke gestalte aan, een lichaam.
Een woord spreken, is iets openbaren. Uitspreken is bekend maken.
Het gaat er hier om wie Christus is in het plan van God.
Christus is de belichaming van God.
Titus 2:13 “terwijl wij verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus”.
Grote God zegt iets over onze Zaligmaker en de Zaligmaker over de grote God.
Hebr. 1:4 “4 Hij is zoveel meer geworden dan de engelen als de Naam die Hij als erfdeel ontvangen heeft, voortreffelijker is dan die van hen. 5 Want tegen wie van de engelen heeft God ooit gezegd: U bent Mijn Zoon, heden heb Ik U verwekt? En verder: Ik zal voor Hem tot een Vader zijn, en Hij zal voor Mij tot een Zoon zijn? 6 En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem aanbidden. 7 En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, 8 maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht. 9 U hebt gerechtigheid lief en haat ongerechtigheid. Daarom heeft Uw God U gezalfd, o God, met vreugdeolie, boven Uw metgezellen.”
vers 4 Christus hoger dan de engelen
vers 5 Gij zijt mijn Zoon en ik zal Hem tot een Vader zijn
Vers 6 Engelen lager dan de Zoon
Vers 8 Tegen de Zoon, Uw troon o God – God spreekt de Heere Jezus aan met God
vers 9 Uw God heeft U gezalfd, o God – idem
Het gaat om wat er staat, geen strijd, maar laat het Woord spreken, binnen de grenzen van het Woord, het fundament.
Niet alleen teksten van Paulus, maar door de hele Bijbel heen.
2 Petr. 1:1 “Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus”.
1 Joh. 5:20 “Maar wij weten dat de Zoon van God gekomen is en ons het verstand heeft gegeven om de Waarachtige te mogen kennen; en wij zijn in de Waarachtige, namelijk in Zijn Zoon, Jezus Christus. Die is de waarachtige God en het eeuwige leven”.
De Zoon is de waarachtige God.
We mogen naar het Wezen van God kijken en Hij openbaart Zich in de Bijbel.
De fasen in het plan van God:
In het begin alleen God – de bron – de Vader
Toen ging Hij spreken, toen kwam de Zoon
Het plan van God, plan der eeuwen ontstond door Christus (Efe. 3:11)
In dat plan werd de Zoon mens – aan het kruis ontstond de grootste afstand
De Zoon riep: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten. Een grote kloof binnen de Godheid.
We hebben het niet zo maar over iets gemakkelijks.
De Zoon wordt omschreven als God en toch zijn er verschillen.
1 Kor. 11:1-3 “1 Wees navolgers van mij, zoals ik navolger van Christus ben. 2 En ik prijs u, broeders, omdat u in alles aan mij denkt en aan de overleveringen vasthoudt, zoals ik die aan u heb overgeleverd. 3 Maar ik wil dat u weet dat Christus het hoofd is van iedere man en de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus”.
God is het Hoofd van Christus, er is een rangorde.
In Genesis wordt gesproken dat de mens naar de gelijkenis van God geschapen is.
De mens zit op een bepaalde manier in elkaar. We zijn personen met een eenduidig voorkomen, uiterlijk.
Zo kennen wij elkaar. Wij zijn nog steeds in de gelijkenis van God.
Jak. 3:9 “Door haar (de tong) loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn”.
1e tekst van vandaag, De Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Die Drie dragen één Naam.
Vader van de leugen bedient zich in het boek Openbaring ook van een 3-deling
Hij wordt beschreven als de draak, het beest en de valse profeet.
De Drie-Eenheid |
Vader |
Geest |
Zoon |
Mens in het beeld/de gelijkenis van God geschapen, ook letterlijk |
Geest
|
Ziel
|
Lichaam
|
|
niet aan te wijzen |
niet aan te wijzen |
zichtbaar |
|
God vormde uit het stof van de aarde de mens, blaast de levensgeest in en wordt een levende ziel
Het gaat om de persoonlijkheid, het karakter, die bepaalt/kiest wat je doet |
De ziel is in het bloed, het leven, het wezen, soms de complete persoon het gaat om het leven |
Het gaat om communicatie
Niemand komt tot de Vader dan door de Zoon |
1Thess. 5:23 “En moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen, en mogen uw geheel oprechte geest, de ziel en het lichaam onberispelijk bewaard worden bij de komst van onze Heere Jezus Christus.”.
Jak. 5:4 “Zie, het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de oren van de Heere van de hemelse legermachten.”. Er staat Heere Sebaoth, HERE der Heerscharen, is Jahweh in het Oude Testament.
In het Oude Testament is Heere vertaalt met Adonai (H113) en HEERE is Jahweh (H3068).
In het Nieuwe Testament vind je dat niet terug.
Jahweh (H3068) komt 6828 keer voor.
Heer (Kurios – G2962) net als Jak. 5:4 (Heere uit Oude Testament) komt 115 keer voor.
Totaal dus ca. 7000 keer.
Ex. 3:1-15 “1 En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Jethro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van God, de Horeb. 2 En de Engel van de HEERE verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd. 3 Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. 4 Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! 5 En Hij zei: Kom hier niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond. 6 Hij zei verder: Ik ben de God van uw vader, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd God aan te kijken. 7 De HEERE zei: Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed. 8 Daarom ben Ik neergekomen om het volk te redden uit de hand van de Egyptenaren, en het te leiden uit dit land naar een goed en ruim land, naar een land dat overvloeit van melk en honing, naar het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, de Amorieten, de Ferezieten, de Hevieten en de Jebusieten. 9 Nu dan, zie, het geschreeuw om hulp van de Israëlieten is tot Mij gekomen. En Ik heb ook de onderdrukking gezien waarmee de Egyptenaren hen onderdrukken. 10 Nu dan, ga op weg. Ik zal u naar de farao zenden, en u zult Mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden. 11 Mozes zei echter tegen God: Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? 12 En Hij zei: Voorzeker, Ik zal met u zijn, en dit zal voor u het teken zijn dat Ík u gezonden heb: Als u het volk uit Egypte geleid hebt, zult u God dienen op deze berg. 13 En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam? Wat moet ik dan tegen hen zeggen? 14 En God zei tegen Mozes: IK BEN DIE IK BEN. Ook zei Hij: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: IK BEN heeft mij naar u toe gezonden. 15 Toen zei God verder tegen Mozes: Dit moet u tegen de Israëlieten zeggen: De HEERE, de God van uw vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob, heeft mij naar u toe gezonden. Dit is voor eeuwig Mijn Naam, dit is Mijn Naam ter gedachtenis, van generatie op generatie”.
Ik ben, de Zijnde, dat is voor eeuwig Mijn Naam.
Hij is een meervoudig Wezen Die enkelvoudig handelt!
God, geopenbaard in het vlees, is betrokken bij de redding van de mens.
Als het echt om God gaat is er voor ons maar Eén en dat is de Vader.
Bij de Ik ben uitspraken spreekt de Heere Jezus de vrouw bij de bron en zegt net als bij Mozes: Ik ben de met u sprekende.
Dit was ook zo bij de gevangenneming in de hof. Judas komt eraan en de Heere Jezus zegt: Ik was dagelijks bij jullie in de tempel, wie zoek je? (De Heere vraag wel vaker om iets duidelijk te krijgen, zie ook bij de Emmaüsgangers).
Ze zeggen, Jezus de Nazarener. De Heere Jezus zegt, Ik, Ik ben en op dat moment vallen ze op de grond.
Hij is De Ik ben.
Wij mogen door genade de Heere kennen, we weten dat God ook ons gered heeft, uit de duisternis, we zijn overgezet in Christus in God.
We staan in de vrijheid om iets te vinden van het Woord, we aanvaarden heel Zijn Woord en we mogen erin groeien.