Een lieflijke reuk voor de Here

verzoening van zonden

soort offer ->

brandoffer

graan- of spijsoffer

dank- of vredeoffer

zondoffer

schuldoffer

kern

1e offer, belangrijkste, meest kostbare voor de Here;

Het altaar heet ook het brandofferaltaar;

Er is geen spake van toorn maar welbehagen

Het beeld van het volkomen offer van Christus

Door het volmaakte leven van de Here Jezus, werd de Here verheerlijkt

aangename geur; weerspiegelt vaak de nadruk van het offer dat het vergezelt

In de offers het middelste offer, het hart van de offers.

Gemeenschapsmaaltijd met God, de offeraar eet ook van het offer

Het offer is gebracht en de zonden zijn gereinigd/verzoend.

In de wet op de offers (H6-7) staat deze achteraan, kan pas na de andere offers werkelijkheid worden.

verzoening van een begane onopzettelijke zonde door een priester Lev. 4:1-12 of gemeenschap Lev. 4:13-21 of leider Lev. 4:22-26 of 1 persoon Lev. 4:27-35

Zo zal de priester verzoening van zijn zonden doen, en het zal hem vergeven worden, staat bij iedere groep

wanneer een persoon (ziel - nepesh) trouwbreuk (ontrouw tegen de Here (NBG), overtreden heeft (SV)) pleegt en zonder opzet zondigt tegen de heilige dingen van de Here Lev. 5:16

wanneer een persoon zondigt en een van de geboden van de Here overtreedt Lev. 5:18

wanneer een persoon tegenover een andere persoon zondigt, oneerlijk is

Diepere betekenis /

heenwijzing

De Here Jezus heeft meer gedaan dan het zondeprobleem oplossen.

Hij brengt ons in gemeenschap met de Vader.

Het gaat niet om toorn maar welbehagen bij de 1e 3 offers; welbehagen van de Here

Wij mogen ongedwongen onze dank aan de Vader brengen.

Hand op de kop is niet voor zonde, maar het welbehagen wat de Here in het offer heeft wordt de offeraar toegerekend.

Christus werd tot zonde gemaakt en heeft de zonde gedragen, al onze schuld is betaald en weggedaan

algemene procedure of reden voor de offers

Leviticus 1

Leviticus 2

Leviticus 3

Leviticus 4:1-5:13

Leviticus 5:14-6:7

wijze van omgaan met eten van of verwijderen van de offers

Leviticus 6:8-13

Leviticus 6:14-23

Leviticus 7:11-36

Leviticus 6:24-30

Leviticus 7:1-10

soort dieren/voedsel

vee, schapen, geiten, vogels

Lev. 1:2,14 dus stier (Lev. 1:4-9); kleinvee (schaap/geit) (Lev. 1:10-13) of vogel (Lev. 1:14-17)

Moet eigendom zijn van de offeraar en gaaf

bestaat uit:

1 meelbloem

2 olie

3 wierook

4 zout Lev. 2:11-13

geen zuurdeeg

onbereid of bereid

runderen (stier of koe) Lev. 3:1-5; kleinvee, (schaap/lam Lev. 3:6-11), geit Lev. 3:12-17

moet zonder enig gebrek zijn

jonge stier Lev. 4:3 ,vee, schapen, geiten, vogels

moet zijn zonder enig gebrek

ram, Lev. 5:15

bij oneerlijkheid het geroofde terugbrengen, vergoeden plus een vijfde deel erbij

moet zonder enig gebrek zijn

handoplegging

ja op de kop (Lev. 1:4)

opdat het voor hem aangenaam zij, om hem te verzoenen (kapar)

nee

ja, op de kop Lev. 3:2

ja, op de kop Lev. 4:4

oudsten namens het volk Lev. 4:15

waarschijnlijk

aanwending van bloed/offer door de priester

de aanbieder moet het slachten en Lev. 1:5

het bloed rondom op het altaar sprenkelen bij de ingang van de tent van ontmoeting

De priester moet de huid afstropen en in stukken verdelen Lev. 1:6

de stukken

de kop

het vet schikken op het hout Lev. 1:8

ingewanden en poten met water wassen en alles in rook laten opgaan Lev. 1:9

bij een duif Lev. 1:14

de kop afknijpen en in rook laten opgaan

de krop en veren dan verwijderen en naast het altaar werpen

dan de vleugels inscheuren en dan in rook laten opgaan

de priester moet zijn linnen broek aantrekken en de as van het offer naast het altaar leggen Lev. 6:10

Dan:

kleding uittrekken, andere kleren aan en as buiten het kamp op een reine plaats brengen Lev. 6:11

aan de priester aanbieden, deze brengt het naar het altaar Lev. 2:8

een deel als als gedenkoffer omhoogheffen en op het altaar in rook laten opgaan Lev. 2:9

wat overblijft is voor de priester

De aanbieder moet het slachten en

het bloed rondom op het altaar sprenkelen bij de ingang van de tent van ontmoeting Lev. 3:2

het vet dat de ingewanden bedekt en het vet dat aan de ingewanden vastzit is een vuuroffer Lev. 3:3

bij kleinvee ook de staart Lev. 3:9

ook de beide nieren met het vet dat eraan vastzit tegen de lendenen aan en de kwab van de lever moet geofferd worden Lev. 3:4

Indien als lofoffer, dan ook met ongezuurde platte koeken, met olie gemengd/bestreken; bij de koeken gezuurd brood aanbieden samen met het lofoffer en dankoffer (of lett. het lofoffer van zijn dankoffer)

Lev. 7:12-13

1 koek als hefoffer aanbieden aan de Here, het is voor de priester Lev. 7:14

de aanbieder moet het slachten en Lev. 4:4

de priester moet het bloed  nemen en naar de tent van ontmoeting brengen, zijn vingers dopen en een deel van het bloed 7 keer sprenkelen voor het aangezicht van de Here, voor het voorhangsel van het heilige Lev. 4:6

en een deel van het bloed strijken op de horens van het altaar, het overige bloed uitgieten aan de voet van het brandofferaltaar Lev. 4:7

het vet dat de ingewanden bedekt en het vet dat aan de ingewanden vastzit

Lev. 4:8

ook de beide nieren met het vet dat eraan vastzit tegen de lendenen aan en de kwab van de lever moet omhooggeheven worden/ geofferd worden Lev. 4:9-10

de huid en al zijn vlees, kop, poten, ingewanden en mest, buiten het kamp brengen, naar een reine plaats, stortplaats van as. Dan op het hout met vuur verbranden.

rondom op het altaar sprenkelen en het vet aanbieden, de staart en het vet dat de ingewanden bedekt en ook de beide nieren met het vet en de kwab aan de lever, die tegelijk met de nieren moet worden verwijderd (Lev. 7:2-4)

De priester moet dit in rook laten opgaan als een vuuroffer.

gedeelte voor priesters

nee

ja, wat overblijft Lev. 2:3,10;6:16 eten op de heilige plaats, in de voorhof van de tent van ontmoeting

ja, op de dag van aanbieden, niets tot de morgen overlaten Lev. 7:15

Als gelofteoffer of vrijwillige gave mag ook volgende dag Lev. 7:16

Op de derde dag verbranden Lev. 7:17

Borststuk en rechterachterbout is voor de priester Lev. 7:31-32

ja, Lev. 6:26  

ja Lev. 7:6

gedeelte voor de offeraar

nee

nee

ja

nee

nee

Bijzonderheden/doel

kostbaarste offer: wordt helemaal verbrand, behalve de huid, die bewaart de priester

Er wordt gesproken over een aangename geur Lev. 1:9,13,17, genade bij God vinden

om een welgevallen voor zich te vinden voor het aangezicht van de Here Lev. 1:3

zodat het hem ten goede zal komen door verzoening voor hem te bewerken Lev. 1:4

Bij offergave van eerstelingen mag, niet op het altaar als aangename geur Lev. 2:12

Ook een graanoffer door de priesters Lev. 6:19-23

Het is allerheiligst, zoals het zondoffer en het schuldoffer Lev. 6:17

Het is een vuuroffer een aangename geur voor de Here Lev. 2:9 

Het is een aangename geur tot een gedachtenis voor de Here Lev. 6:15

Lev. 3:5 Een aangename geur voor de Here

Zo zal de priester verzoening van zijn zonden doen, en het zal hem vergeven worden.

Staat bij iedere groep.

Ieder die het vlees aanraakt wordt geheiligd Lev. 6:27

Zo moet de priester verzoening doen voor hem voor het aangezicht van de Here, en het zal hem vergeven worden Lev. 6:7

Op dezelfde plaats als het brandoffer vindt het slachten plaats Lev. 7:2

soort

vrijwillig, Lev. 1:2

vrijwillig, is een bij-offer(/vuuroffer?)

vrijwillig, Lev. 3:1;7:29

verplicht

verplicht