Zo in Johannes 1:1, 2 "Het Woord was tot God ... Dit was in den beginne tot God". Zie verder ook:
- Romeinen 5:1 "Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede tot God"
- Romeinen 15:17 "Zo heb ik dan roem in Christus Jezus, in hetgeen tot God is"
- 2 Korinthe 3:4 "En zodanig een vertrouwen hebben wij in Christus tot God"
- Efeze 2:18 "Want door middel van Hem hebben wij beiden den toegang in een geest tot den Vader"
- Efeze 3:14 "Buig ik mijn knieën tot den Vader"
- 1 Thessalonicenzen 1:8 "Uw geloof tot God"
- 1 Johannes 1:2 "Eeuwige leven, hetwelk tot den Vader was"
- 1 Johannes 2:1 "Wij hebben een Voorspraak tot den Vader".
Het is echter niet zozeer een worsteling "tegen" als "tot", dat is: "in de richting van". Die wezens zijn voor ons onzichtbaar en wij worstelen meer tegen wat zij ons in de weg leggen dan "tegen" henzelve. Het gaat "tegen" overlevering, "tegen" hoogmoed enz. meer dan "tegen" die wezens.
De Farizeeër van Lukas 18:11 dacht alleen aan zichzelf, hij bad "tot" zichzelf, had zichzelf tot doel!
Geloof "tot" God (1 Thessalonicenzen 1:8) is maar een begin. Dan komt geloof "op" God (Hebreeen 6:1) en dan "tot-in" God (Johannes 12:44).
Zo gaat de omkering "tot" (pros) God en de Heere (1 Thessalonicenzen 1:9; 2 Korinthe 3:16) de omkering "op" (epi) vooraf (Handelingen 14:15; 9:35). Met "pros" is het doel nog niet goed gekend, met "epi" wel.