Ze worden uitgenodigd om een keer een dienst bij te wonen. En de spreker van die morgen heeft het over 2 Korinthe 5:17. Hij vertelt dat gelovigen in Christus een nieuwe schepping zijn. Dat het oude voorbijgegaan is en het nieuwe is gekomen. Vervolgens legt hij uit hoe je een nieuwe schepping kunt worden. Deze boodschap komt aan. Er komen gedachten boven: als ik toch eens helemaal opnieuw kan beginnen. Als ik toch eens echt een nieuw mens kan worden met nieuwe mogelijkheden voor mij.
Dit verlangen kan zo sterk zijn dat mensen na hun bekering gaan verhuizen of van baan gaan veranderen. Deze keuzes kunnen een verlangen laten zien waarin men probeert het verleden te vergeten om helemaal opnieuw te kunnen beginnen, om letterlijk een ander mens te worden. Maar wordt men dat echt?
De psychiater en voorganger Pablo Martinez schrijft hier het volgende over: Sommige gelovigen denken dat we na de bekering op elk gebied van ons leven helemaal opnieuw kunnen beginnen. Het is dan net of de Heilige Geest de lei van onze persoonlijkheid van het ene op het andere moment helemaal schoonveegt van alles wat met ons verleden te maken heeft. Deze manier van denken weerspiegelt eerder een zeer sterk emotioneel verlangen naar verandering dan een volwassen verlangen om op Christus te lijken; de persoon verlangt ernaar volledig veranderd te zijn, het verleden van zich af te schudden.
Kunnen we dit echter wel? Hoe is het met jouw verlangen naar verandering? Waar is die verandering op gericht?

In dit artikel wil ik met u nadenken over veranderingen in ons leven. Drie aspecten van de bijbelse weg tot verandering wil ik behandelen:

1. Het moment van verandering; de bekering
2. Het proces van verandering; de heiliging
3. De tot Gods doel gekomen verandering; volmaaktheid

In 2 Korinthe 3:16 staat: "Maar als iemand zich tot de Here bekeert, wordt die sluier weggenomen" (Het BOEK). Met de sluier bedoelt Paulus een bedekking op het hart en de gedachten van de Joden. Zij hadden geen inzicht met wat God werkelijk bedoelde met Zijn Wet. Als die Wet werd voorgelezen in de samenkomsten van de Joden lag er over hen een sluier van onbegrip. Zij zagen niet dat deze Wet feitelijk wijst op Christus; de enige die Zich voor 100% aan de Wet kon houden.
Maar wanneer zij zich zouden keren tot Christus, dan zou die bedekking worden weggenomen. En zij zouden de Heer zien met geestelijke ogen en in de vrijheid komen om God te eren en te dienen.

Dat is met ons ook zo. Door wie of wat laten we ons leven bepalen? Door Christus of door alles wat we moeten om ons gelukkig te kunnen voelen? Als we ons keren tot Christus komen we in een totaal nieuwe verhouding tot God te staan. Zijn Geest komt wonen in onze geest. Feitelijk wordt onze geest de woonplaats van God. Daardoor ontstaat er een open verbinding met de hemel, een open lijn naar het hart van God.
Deze bekering brengt radicale veranderingen met zich mee.

• We ontvangen een totaal nieuwe waardigheid (we worden Gods geliefde kinderen)
• We ontvangen een stevig gevoel van identiteit (wie we mogen zijn voor God)
• We krijgen nieuwe hoop voor de toekomst (wat er ook gebeurt, ons leven ligt in Gods hand)
• We krijgen een nieuwe kijk op het leven (we kunnen leren ontspannen in het besef dat God altijd nabij is)

Er zijn echter ook een paar dingen die niet veranderen:

• We kunnen ons verleden niet veranderen. Wat gebeurd is, is gebeurd.
• We kunnen onze herinneringen niet veranderen, hoe pijnlijk ze ook zijn.
• Onze persoonlijkheid verandert niet. Met persoonlijkheid bedoel ik dat wat in je genen zit van je ouders en voorouders, waardoor je temperament bepaald is. Wanneer je een extraverte persoonlijkheid was voor je bekering, dan ben je na de bekering niet plotseling een stille en teruggetrokken mens. Jouw temparament, dat invloed heeft op je gedrag, verandert dus niet.
• Onze talenten veranderen ook niet. Wanneer je muzikaal was voor je bekering, ben je na je bekering niet plotseling a-muzikaal geworden.

Er veranderen dus dingen wel en niet bij je bekering. Het is goed om dat te onderscheiden. Iedere verandering heeft echter een doel. Gods doel is: worden zoals Hijzelf zichtbaar geworden is in Zijn Zoon Jezus Christus. Dit betekent dat God ernaar verlangt dat de karaktereigenschappen van Zijn Zoon in ons leven zichtbaar zullen worden. Dit betekent weer dat vanaf de bekering God gaat werken aan ons karakter dat in tegenstelling tot onze persoonlijkheid wel kan veranderen.

Het begint allemaal met bekering. Letterlijk ons hart openen voor God. Is jouw hart al open gegaan voor Hem?

Hoe zal echter het karakter van Jezus Christus zichtbaar in ons worden? De Bijbel leert dat dit is door een proces van verandering, door heiliging. Wanneer we gaan leven vanuit onze nieuwe verhouding tot God, als geliefde kinderen van God, als mensen met een nieuwe identiteit, levend vanuit de ontmoeting met God, dan zal het karakter van Christus zich vormen in ons karakter. Waardoor wordt ons karakter bepaald? We zouden kunnen zeggen door onze gedachten, gevoelens en wil. Vanaf onze bekering werkt God Zijn doel uit in ons gedachteleven, gevoelsleven en wil. Deze drie veranderen door de invloed van Gods Woord en Geest op ons leven.

Gedachten
Onze gedachten zullen 'indien wij werkelijk met God willen leven' veranderen van bijv. zelfmedelijden (je moet eens weten wat ik heb meegemaakt, ik kan niet anders zijn dan wat ik nu ben) tot het vermogen met anderen mee te lijden (God kan mij gebruiken met mijn verleden. Als hij voor mij is, wie zal dan tegen mij zijn?) De manier waarop je denkt over je verleden zal ook een verandering ondergaan. Pablo Martinez schrijft in dit verband: “We moeten, i.p.v. te strijden tegen ons verleden, God vertrouwen dat Hij het ten goede zal gebruiken. In sommige kringen, zowel christelijke als psychologische, is er de neiging veel energie te steken in de reiniging van het verleden 'je verleden is echter al gereinigd toen je zonden werden vergeven'.

Gevoelens
Onze gevoelens veranderen. We hoeven niet meer gebonden te zijn aan verdriet over wat we hebben meegemaakt. Ook niet aan bitterheid t.o.v. degene die ons bezeerd hebben of aan neerslachtigheid door een destructieve, negatieve manier van denken (behalve als de neerslachtigheid een lichamelijke oorzaak heeft)

Wil
Onze wil verandert. We gaan ernaar verlangen om heel bewust nee te zeggen tegen alles wat ons afleidt van de innige verbondenheid met God. We leren andere keuzes te maken. We leren de toekomst ingaan met God aan onze kant.

Dan wordt ook werkelijkheid wat er staat in 2 Korinthe 3:18. In de NBG-51 vertaling staat letterlijk: wij veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid, immers door de Here, die Geest is.
Van de heerlijkheid om Christus te zien en geen bedekking meer op ons hart te hebben, tot de heerlijkheid die gaat komen, veranderen wij naar het beeld van Christus. De Here Jezus gaat steeds meer voor ons betekenen. Onze ziel wordt doortrokken van Zijn aanwezigheid. Ken je dit verlangen? Dan is God aan het werk in jou!

Tot de gelovigen van Korinte schrijft Paulus in zijn eerste brief: "Zie ik deel u een geheim mee. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin" (1 Korinthe 15:51,52a).
Deze woorden schrijft Paulus in verband met de terugkeer van de Here Jezus op aarde om Zijn Koninkrijk te gaan vestigen. Er zullen op dat moment gelovigen zijn, die niet zullen sterven, maar in een zeer kort moment veranderen. Het oude lichaam, niet geschikt om in de tegenwoordigheid van God te zijn, zal veranderd worden in een nieuw lichaam, geschikt voor de hemel en een zichtbare ontmoeting met de Here Jezus.

Wat hier wordt beschreven is de voltooiing van het veranderingsproves. We zullen eens 'wanneer en hoe, zal ik nu niet uitleggen' een nieuw lichaam ontvangen. Wanneer wij gestorven zijn, zullen wij i.v.m. de komst van Jezus Christus opstaan in een nieuw lichaam, geschikt voor de ontmoeting met Hem.

Het is buitengewoon om dit te bedenken. Als Mozes al ging stralen door de ontmoeting met de Here God, toen hij slechts een deel van God mocht zien, hoe zullen wij dan stralen als wij Hem recht in de ogen mogen kijken? Heb je je daar wel eens een voorstelling van proberen te maken?

Er zal een moment komen dat er niets meer kan veranderen. Dan is Gods doel met ons leven bereikt. Wij zullen voor eeuwig en volmaakt in Zijn nabijheid leven. In een wereld zonder tranen, zonder verdriet, zonder zorgen, zonder stress, zonder zoeken naar het goede gevoel, maar met blijdschap, vrede, rust en boven alles Gods liefde.

Daarom wil ik eindigen met de woorden van Paulus in 1 Korinthe 15:54: En zodra dit vergankelijke (lichaam) onvergankelijkheid aangedaan heeft (vernieuwd is) en dit sterfelijke (lichaam) onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: de dood is verzwolgen (opgeslokt) in de overwinning. Wat een verandering!!!