-
Dagboek - Dag 310
Dag 310 "De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en ontzagwekkende dag van de Heere komt" (Hand. 2:20). In de profetie van Joël staat: "En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed, vuur en rookwalm" (Hand. 2:18 en 19). Het eerste gedeelte is vervuld bij de Pinksterdag, maar de...
"Wat is het nut van rennen als je niet op de goede weg bent?"
- Gegevens
- Categorie: Inleiding boeken Nieuwe Testament
- Hits: 7793
Inleiding tot de 1e brief aan de Thessalonicenzen
uit: AMEN 61, pagina 16 | Hoite B. Slagter |
In deze artikelenserie worden een aantal inleidende opmerkingen met betrekking tot de zevenentwintig boeken van het Nieuwe Testament gegeven. Om de bijbellezer te helpen meer zicht te krijgen op de bedoeling die de Heilige Geest met de verschillende boeken en brieven van het Nieuwe Testament heeft. AlgemeenDe Thessalonicenzenbrieven zijn vooral bekend om de dingen die er in geschreven staan met betrekking tot de wederkomst van de Here Jezus Christus. Op zich ligt dit ook wel voor de hand omdat bijvoorbeeld elk hoofdstuk van de eerste brief wordt afgesloten met een verwijzing naar de komst van Christus. Zo staat alles in deze brief min of meer in het licht van de toekomstverwachting. Verder verhaalt Paulus veel over allerlei praktische zaken; hoe zijn bepaalde dingen verlopen; hoe stond hij in zijn bediening; Paulus' blijdschap over de Thessalonicenzen, etc.Schrijver, ontstaan en bestemmingSamen met Silvanus (andere benaming voor Silas) en Timotheus schrijft Paulus deze brief. Van al zijn brieven is dit de allereerste brief die hij geschreven heeft. Uit 1 Thessalonicenzen 3:1 en 2 leren we dat Paulus te Athene bleef (Handelingen 17:15) en Timotheus ("onze broeder, en een medewerker Gods") naar Thessalonica zond. Wanneer dit 'zenden' precies plaatsvond, is niet helemaal duidelijk. Dit kan vanuit Athene zijn geweest, maar ook al voor Paulus in Athene aankwam (vgl. Handelingen 17:14 en 15).Op het moment van schrijven waren Silas en Timotheus inmiddels vanuit Thessalonica (Macedonie) naar Korinte gekomen (Handelingen 18:5; zie ook 1 Thessalonicenzen 3:6). Omdat er na dit verblijf in Korinte geen melding meer wordt gemaakt van een samenzijn van Paulus, Silas en Timotheus, mogen we aannemen dat beide Thessalonicenzenbrieven vanuit Korinte geschreven werden, omdat beide door deze drie broeders zijn geschreven (zie 1 Thessalonicenzen 1:1 en 2 Thessalonicenzen 1:1). Wat het tijdstip betreft, moeten we denken aan het einde 52 / begin 53. Met betrekking tot het ontstaan van de gemeente te Thessalonica, lezen we in Handelingen 17 dat Paulus drie sabbatten achtereen vanuit de Schriften de dood en opstanding van Christus (vs. 2 en 3) verkondigde. Vers 4 laat zien dat de basis van deze gemeente "enige van hen" (Joden) waren, maar "ook een grote menigte Grieken, die God vereerden en tal van voorname vrouwen". Na zware tegenstand van de zijde van de afgunstig geworden Joden - Paulus verwijst daarnaar in 1 Thessalonicenzen 1:6; 2:2, 14-16 en 3:3 - worden Paulus en Silas door de broeders naar Berea gezonden. In de korte tijd dat Paulus te Thessalonica verbleef, was er een hechte en hartelijke band ontstaan tussen Paulus en de Thessalonicenzen, zoals uit de brieven zelf valt op te maken. StructuurA. 1:1 Briefstijl en inleiding.... B1. 1:2-3:10 Dankzegging; verhalend verslag en berichten; beroep / oproep. ......... B2. 3:11-13 Gebed. ... B1. 4:1-5:22 Aansporing / vermaning; onderricht. ......... B2. 5:23-25 Gebed. A. 5:26-28 Briefstijl en afsluiting. Doel en inhoudWie de brief leest, ontdekt al gauw dat het met name Paulus' bezorgdheid is, die hem ertoe bewoog deze brief te schrijven. Vanwege het verzet van Joodse zijde (zie onder 'Schrijver, ontstaan en bestemming'), moest de apostel Thessalonica vroegtijdig verlaten. De situatie in Thessalonica was een grote zorg voor hem en hij wil naast een aantal dingen die hij niet meer tot hen kon uitspreken, hen ook in zijn brief bemoedigen.Zoals onder 'Algemeen' al is aangegeven, neemt de toekomstverwachting een belangrijke plaats in deze brief in. Veel van wat Paulus daarover schrijft, is in de loop der tijden door gelovigen toegeeigend. Wordt de toekomstverwachting van nu omschreven, dan gebeurt dat doorgaans in woorden die uit de Thessalonicenzenbrieven komen. Wat dat betreft geven deze brieven een duidelijk lijn van wat komen gaat. Tegelijk zouden we ook moeten beseffen dat het niet zozeer onze hoop is die hier beschreven wordt! Die vinden we juist veel meer in de late brieven van Paulus. Toen Paulus als eerste van al zijn brieven, deze eerste Thessalonicenzenbrief schreef, deed hij dat tegen de achtergrond van de openbaring van Christus die toen verwacht werd; ja: moest worden. De "komst" waarover Paulus hier schrijft, is de komst die Christus Zelf voorzegde (bijv. Mattheus 24:3 en 27-31) en die later nog eens herhaald wordt (Handelingen 1:11). In 1 Thessalonicenzen 2:19; 3:13; 4:15 en 5:23 gebruikt Paulus voor het woord "komst" het Griekse (uit te spreken als ), dat in de Statenvertaling meestal met "toekomst" wordt weergegeven. Letterlijk betekent het echter 'aanwezigheid' (zie Filippenzen 2:12, waar het vertaald wordt met "tegenwoordigheid"). Het woord duidt daarmee niet zozeer op het komen, maar juist op de tijd die aanbreekt na de komst. Deze van Christus (vgl. 2 Thessalonicenzen 1:7), met luid bazuingeschal en vlammend vuur. Die komst en aanwezigheid was de hoop voor de Thessalonicenzen en daar zag Paulus met hen naar uit. begon met de Kerntekst"En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst (lett: in de aanwezigheid) van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn" (hfdst. 5:23).De structuren die in deze artikelenserie staan, zijn deels gebaseerd op die van Dr. E.W. Bullinger en C.H. Welch. |