Bestanden:
![]() |
|
Dit bestand bevat alle uitgewerkte preken van Stuart Allen over 'de kleine profeten'. Stuart Allen was 25 jaar leidinggevende in "the Chapel of the Opened Book" waar hij een bediening als prediker, leraar en auteur had. Zijn doel was om de Schrift te openen voor hen die geen theologische opleiding hadden. Zowel zijn boeken als zijn preken zijn eenvoudig te volgen, maar met zijn preken boorde hij altijd de diepten van de Schrift aan. Veel mensen getuigen ervan dat zij veel vreugde en zegen hebben ontvangen van zijn geschreven werken en preken voor meer dan 40 jaar lang. Stuart Allen werd in 1998 bevorderd tot heerlijkheid. |
|
![]() ![]() ![]() |
Download |
In de profetie van Joel wordt er gesproken over plagen, de sprinkhaan, de kaalvreter en de verslinder. De Here God gebruikt plagen om het volk bij Hem terug te brengen, want het volk had de waarheid verlaten.
Het land was eerst als de hof van Eden, groen en vruchtbaar, maar alles wordt opgegeten en het wordt een woestijn. Dit gebeurde door de sprinkhanen, maar ze zijn ook symbool voor het gericht wat zal komen en van de legers door wie dat gericht wordt uitgevoerd.
Deze profetie gold voor de tijd waarin ze werd gesproken, maar heeft ook nog een betekenis voor de toekomst. De tijd van Jacobs benauwdheid. In profetieen komen heden en toekomst bij elkaar. Soms is er een gedeeltelijke vervulling, soms moet die vervulling nog komen.
In het tweede gedeelte van het boek Joel begint God te spreken over herstel.
In alle profetieen is er sprake van oordeel en herstel. God denkt aan de beloften gedaan aan Abraham, Isaak en Jacob. Hij zal dus altijd zorgen dat er een deel overblijft.
- Joel 2:18 Zo zal de HEERE ijveren over Zijn land, en Hij zal Zijn volk verschonen. 19 En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik zend ulieden het koren, en den most, en de olie, dat gij daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u niet meer overgeven tot een smaadheid onder de heidenen. 20 En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.
Ze zullen koren en most krijgen. Eerst niet, toen kwam de honger, door de sprinkhanen en het gebrek aan regen. Hier worden de sprinkhanen 'die uit het Noorden' genoemd. De oostelijke zee is de Dode Zee en de westelijke zee is de Middellandse Zee.
De vijand zal gestraft worden, want hij heeft grote dingen gedaan, hij heeft zichzelf verhoogd.
- Daniel 8:9 En uit een van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd, tegen het zuiden, en tegen het oosten, en tegen het sierlijke land. 10 En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze. 11 Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen. 12 En het heir werd in den afval overgegeven tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed het, en het gelukte wel.
Een kleine hoorn, een niemand, maakte zichzelf groot. Op de helft van de tijd verbreekt hij het verbond en zet zichzelf op de troon.
- Daniel 11:36 En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zichzelven verheffen, en groot maken boven allen God, en hij zal tegen den God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal voorspoedig zijn, totdat de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het zal geschieden.
- Daniel 11:40 En op den tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken.
Niemand zal hem helpen en niemand kan hem overwinnen. Maar de Heer overwint.
- 2 Thessalonicenzen 2:8 En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
Maar als de Heer komt, zal ook het herstel komen.
- Joel 2:21 Vrees niet, o land! verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan. 22 Vreest niet, gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen weder jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht dragen, de wijnstok en vijgeboom zullen hun vermogen geven. 23 En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand.
Er komt herstel voor het land (vs. 21), want dat was een woestijn geworden, voor de dieren (vs. 22) en voor Israel (vs. 23). In 1:18 zagen we dat het vee kreunde, omdat er droogte was, maar dat zal voorbij zijn.
Er zal regen komen in goede hoeveelheden, dit is niet geestelijk maar letterlijk.
De vroege regen in oktober en november.
De gewone regen van december tot en met februari.
En de late regen in april.
God had de regen tegengehouden, maar dan zal alle regen op zijn goede tijd vallen en de grond zal vruchtbaar zijn en koren en olie geven.
- Joel 2:24 En de dorsvloeren zullen vol koren zijn, en de perskuipen van most en olie overlopen. 25 Alzo zal Ik ulieden de jaren vergelden, die de sprinkhaan, de kever, en de kruidworm, en de rups heeft afgegeten; Mijn groot heir, dat Ik onder u gezonden heb.
Na de gerichten zal alles hersteld zijn en het volk zal God loven.
- Joel 2:26 En gij zult overvloediglijk en tot verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die wonderlijk bij u gehandeld heeft; en Mijn volk zal niet beschaamd worden tot in eeuwigheid. 27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en dat Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid.
Zij zullen weer Ammi, Gods volk zijn en niet meer te schande worden. Dit geldt dus voor de toekomst. Want nu is het volk Lo-Ammi. Het gaat ook niet om een tijdelijk herstel, want er staat nimmermeer.
God zal in hun midden zijn.
Petrus haalt Joel 2:28-32 aan in zijn toespraak in Handelingen. Op dat moment was Petrus vol van heilige Geest, dus klopt het dat hij dit aanhaalt. Maar het is wel van belang om dit gedeelte vanuit de context van Joel te lezen en te zien dat het hier gaat om het herstel van Israel.
Joel 2:28 Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. 29 Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. 32 En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen. |
Handelingen 2:17 En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: 18 ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. 19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. 20 De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. 21 En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. |
Pinksteren is het herstel van het volk. De discipelen vroegen ook: "Herstelt Gij in deze tijd het Koningschap voor Israel?" Die vraag past bij het herstel van Israel.
Het is vreemd dat sommigen denken dat het hier om het begin van de kerk gaat, want het gaat hier alleen maar over Israel. Anders hadden de discipelen gevraagd: Heer, vertel ons over de kerk. Jaren later waren de apostelen verbaasd over de heidenen die toegevoegd werden, dat was uitzonderlijk, het ging immers altijd over Israel.
- Handelingen 2:14 Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren ingaan. 15 Want deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure van de dag. 16 Maar dit is het, wat gesproken is door den profeet Joel:
Ze werden ervan beschuldigd dronken te zijn, maar dat was niet het geval. Maar dit was waar Joel over gesproken had, over het herstel van Israel. Joel zegt: Daarna, na het herstel zou God in hun midden zijn (Joel 2:27). Maar Petrus zegt: in de laatste dagen, want er was nog geen herstel van Israel.
Maar Israel was nog niet klaar er was alleen een gelovig overblijfsel, dus mochten de heidenen deel hebben om Israel tot jaloersheid te wekken.
Pinksteren is dus een feest voor Israel, de heidenen hebben er niets mee te maken, zouden ook niet toegelaten worden, maar hebben wel een betekenis in de reeks van feesten.
Joel 3 spreekt over die dagen en die tijd, de tijd van het herstel van Israel. Dan zullen alle volken geoordeeld worden op hun houding t.o.v. Israel. De volken hebben Israel verstrooid en het land verdeeld, maar het is Gods land.
- Matteus 25:31 En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. 32 En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. 33 En Hij zal de schapen tot Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker hand. e.v.
Hoe hebben ze Israel behandeld? Net als God zei tegen Abraham.
- Genesis 12:3 En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.
God zal zegenen die hen zegenden.
- Joel 3:12 De heidenen zullen zich opmaken, en optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar zal Ik zitten, om te richten alle heidenen van rondom. 13 Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; komt aan, daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot. 14 Menigten, menigten in het dal des dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens. 15 De zon en maan zijn zwart geworden, en de sterren hebben haar glans ingetrokken. 16 En de HEERE zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven zullen; maar de HEERE zal de Toevlucht Zijns volks, en de Sterkte der kinderen Israels zijn. 17 En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid; en Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet meer door haar doorgaan.
- Zacharia 14:20 Te dien dage zal op de bellen der paarden staan: De HEILIGHEID DES HEEREN. En de potten in het huis des HEEREN zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar; 21 Ja, al de potten in Jeruzalem en in Juda zullen den HEERE der heirscharen heilig zijn, zodat allen, die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve koken; en er zal geen Kanaaniet meer zijn, in het huis des HEEREN der heirscharen, te dien dage.
Dit is een groot doel voor Israel.
- Joel 3:18 En het zal te dien dage geschieden dat de bergen van zoeten wijn zullen druipen, en de heuvelen van melk vlieten, en alle stromen van Juda vol van water gaan; en er zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren. 19 Egypte zal tot verwoesting worden, en Edom zal worden tot een woeste wildernis, om het geweld, gedaan aan de kinderen van Juda, in welker land zij onschuldig bloed vergoten hebben. 20 Maar Juda zal blijven in eeuwigheid, en Jeruzalem van geslacht tot geslacht. 21 En Ik zal hunlieder bloed reinigen, dat Ik niet gereinigd had; en de HEERE zal wonen op Sion.
Er zal een rivier vanuit de Tempel stromen, het water uit de Dode Zee zal vruchtbaar worden. Vers 21 zegt in een andere vertaling, Ik zal hun bloed wreken.
En de Here zal blijven wonen op Sion.
Structuur:
1:1 Titel
A1 1:2,3 Oproep om te horen
.... B1 1:4-13 Oordelen, toegebracht
A2 1:14-2:17 Oproep tot bekering
.... B2 2:18-3:21 Oordelen, weggenomen