-
Dagboek - Dag 119
Dag 119 "Toen kwam Jerobeam met heel het volk bij Rehabeam, op de derde dag, zoals de koning had gesproken: Kom op de derde dag bij mij terug" (1 Kon. 12:12). Koning Salomo is overleden, zijn zoon Rehabeam wordt koning in zijn plaats. Het volk vraagt om lastenverlichting, want het dienstwerk en het juk onder Salomo waren zwaar. Rehabeam vraagt raad aan de oudsten: "Zij spraken tot hem: Als u heden een dienaar voor dit volk wilt zijn, en als u hen dient, hun antwoord geeft en goede...
"Een plan zonder programma is een droom"
- Gegevens
- Categorie: Jodendom (achtergronden)
- Hits: 10455
Stromingen binnen het Jodendom (deel 1)
Dit artikel is welwillend beschikbaar gesteld door de Stichting Israel en de Bijbel en is opgenomen in het IB magazine 40e jaargang nummer 9 van 2009.
Binnen alle wereldgodsdiensten zijn zoveel bewegingen en stromingen dat je al gauw terecht komt in een wirwar van definities en het zicht op het grotere geheel verliest. Zo ook binnen het Jodendom. Grofweg zijn daar drie stromingen te onderscheiden: orthodox, liberaal en ultraorthodox. In deze artikelenreeks bespreken we de drie bewegingen en de daaruit ontstane substromingen.
Wat is Jodendom?
Alvorens de verschillende bewegingen en stromingen binnen het Jodendom te bespreken, rijst de vraag: wat is Jodendom? Jodendom is meer dan een godsdienst. Het is zowel godsdienst als het geheel van Joods leven en denken. Jodendom is een godsdienstige beschaving. Joodse literatuur, geschiedenis en maatschappelijk leven maken onlosmakelijk deel uit van het Jodendom.
Joodse geleerden breken al heel lang het hoofd over de vraag of het Jodendom eigenlijk wel leerstellingen heeft. De een zegt dat de enige leerstelling in het Jodendom het geloof is in de enige Ene God. De ander zegt dat Tenach en Talmoed zo'n fundamentele plaats in het Jodendom innemen dat een Jood die daarin niet gelooft als ketter moet worden beschouwd. Feit is dat binnen de afzonderlijke stromingen en binnen de Joodse gemeenschappen weer andere gewoonten en tradities zijn ontstaan. Alle Joden delen echter één gemeenschappelijke geschiedenis en taal.
Het Jodendom kent drie grondbeginselen. Het geloof in één God, het geloof in de uitverkiezing van het Joodse volk en het geloof in de Thora. Daarnaast staan twee andere gedachten binnen het Jodendom centraal: het geloof in de Masjiach en de vestiging van het koninkrijk van God op aarde zoals beschreven in Jesaja 2:2-4 en Micha 4:4. De middeleeuwse Joodse wijsgeer Maimonides zegt over de komst van de Masjiach: "Ik geloof in volkomen vertrouwen aan de komst van de Masjiach en zal, al talmt hij ook, dagelijks zijn komst verwachten".
Vroege Jodendom
De oudste bronnen die ons informeren over godsdienstig verschil van mening tussen Joden onderling dateert uit de tijd van de Makkabeeen. De Joden in Israel kwamen in opstand tegen de Griekse overheersing in die tijd. Na 25 jaar kwam er een einde aan de oorlog. Drie Joodse groeperingen ontstonden, de Essenen, de Sadduceeen en de Farizeeen.
De Essenen waren een ascetische, mystieke groep. Zij leefden geisoleerd. De Sadduceeen bestonden uit priesters en aristocraten uit de Joodse maatschappij. Zij geloofden in een strikte en onveranderlijke uitleg van de geschreven Thora. Ze geloofden niet in de mondeling Thora. De Farizeeen geloofden dat God de Joden zowel een geschreven als een mondelinge Thora heeft gegeven en dat beiden strikt nageleefd dienen te worden. In de periode van de Romeinse overheersing ontstond een vierde groep, de Zeloten. De Zeloten waren geen religieuze groep, maar een nationalistische, politieke beweging.
Na de verwoesting van de Tempel (70 na Christus) waren alleen de Farizeeen en hun godsdienstig gedachtegoed nog over. Eeuwenlang was er binnen dat godsdienstige Jodendom geen verschil van mening. De principes van het vroege Jodendom zijn vergelijkbaar met wat tegenwoordig het orthodoxe Jodendom is.
Ontstaan stromingen Jodendom
Alle moderne stromingen binnen het Jodendom zijn direct of indirect ontstaan in de 18e eeuw, onder invloed van de Verlichting. In die tijd deed de westerse mens een poging om de autonomie van de rede in te voeren in alle fases van het menselijke leven. Gevolg was dat alle leerstellingen, het gezag en de traditie overboord werden gezet. De mens wilde vrijheid in alle opzichten. De grenzen tussen kerk en staat verdwenen.
Ook de Joden kwamen hierdoor in een andere positie terecht. De Joodse filosoof Moses Mendelssohn was een zoon van de Verlichting. Hij beschouwde het als zijn levenswerk om met name de emancipatie van het onderwijs door te voeren. Hij wilde op deze manier de Joodse cultuur introduceren in een breder verband binnen de Europese cultuur, zodat deze ook voor niet-Joden toegankelijk werd. Jiddisch was de gangbare taal binnen het Jodendom, maar Mendelssohn gebruikte voor zijn doel het Hebreeuws. Rond Mendelssohn ontstond een groep aanhangers die hem hielp bij zijn werk. De eerste vruchten van de emancipatie van het onderwijs was de opening van een Joodse Vrije school in Berlijn in 1778, de eerste moderne Joodse school waar alle vakken in het Duits werden gegeven.
Liberaal Jodendom
Onder invloed van het Verlichtingsdenken ontstond de liberale beweging binnen het Jodendom. De liberale Joden wilden hun godsdienst aanpassen aan de eisen van de tijd. Het liberale Jodendom beschouwt het gezag van de Thora en Talmoed als tijdgebonden. Veel Bijbelse waarheden, zoals de toekomstige opstanding uit de doden, worden ontkend. Het liberale Jodendom is ontstaan in Duitsland en vandaar uit verspreid naar Engeland en Amerika. Een belangrijk leider van deze beweging was één van Mendelssohns volgelingen, David Friedlander (1756-1834).
Eén van de grondbeginselen van het liberale Jodendom is de wens om te assimileren. Enerzijds gaat het om het Jood-zijn in leven en praktijk, maar anderzijds ook om de relatie die Joden hebben met de buitenwereld. Friedlander ging in zijn assimilatiedrift zelfs zover, dat hij in 1799 aan de Lutherse kerk in Berlijn vroeg hem en zijn beweging toe te laten tot de kerk. Wel op voorwaarden dat zij niet hoefden te geloven in de Godheid van Jezus Christus en dat zij aan de rituelen van de kerk niet zouden hoeven deelnemen.
Friedlander had niet veel aanhangers. Die kwamen pas later, zoals bijvoorbeeld in 1810. In dit jaar bouwde Israel Jacobsen (1768-1828) de eerste Joodse liberale tempel in Seesen (Duitsland). Dit was de eerste keer dat een Joods gebedshuis een tempel werd genoemd. De naam tempel was alleen voorbehouden aan dé Tempel in Jeruzalem.
In 1818 werd een liberale tempel gevestigd in Hamburg en zo langzamerhand groeide de beweging verder. De liturgie werd aangepast. De diensten, gezangen en gebeden werden in het Duits gedaan. Ook werd een orgel gebruikt in de erediensten.
Samuel Holdheim (1806-1860), één van de belangrijkste leiders van het liberale Jodendom in Duitsland, voerde grote hervormingen in. In 1849 verving hij de sabbatdiensten door zondagdiensten. Ook werd gebeden zonder hoofdbedekking of gebedsshawl en werd het blazen op de sjofar afgeschaft. Holdheim en andere leiders van de Liberale beweging negeerde zo het gezag van Thora en Talmoed.
Veel synodes binnen het liberale Jodendom volgden en andere stromingen ontstonden. In Duitsland ontstond een tegenoffensief als antwoord op alle moderniteiten in het Joodse godsdienstige leven. Leider van deze tegenbeweging was Samson Hirsch (1808-1888). Deze tegenbeweging kan het beste worden omschreven als neo-orthodox, de huidige orthodoxe beweging binnen het Jodendom. Het liberale Jodendom in Duitsland begon terrein te verliezen. Tussen 1848 en 1850 verplaatste de beweging zich, met de vele emigranten, naar Amerika.
Bronnen:
Judaism, Isidore Epstein. Penguin books, New York, 1982.
Tussen Jodendom en Christendom, dr. P.A. Siebesma. Kok, Kampen, 1996.
Wegwijs in het Jodendom, Chaim Pearl en Reuben Brookes. NIK, Amsterdam 1997.
Encyclopaedia Judaica.
Jewish virtual library.
Binnen alle wereldgodsdiensten zijn zoveel bewegingen en stromingen dat je al gauw terecht komt in een wirwar van definities en het zicht op het grotere geheel verliest. Zo ook binnen het Jodendom. Grofweg zijn daar drie stromingen te onderscheiden: orthodox, liberaal en ultraorthodox. In deze artikelenreeks bespreken we de drie bewegingen en de daaruit ontstane substromingen.
Wat is Jodendom?
Alvorens de verschillende bewegingen en stromingen binnen het Jodendom te bespreken, rijst de vraag: wat is Jodendom? Jodendom is meer dan een godsdienst. Het is zowel godsdienst als het geheel van Joods leven en denken. Jodendom is een godsdienstige beschaving. Joodse literatuur, geschiedenis en maatschappelijk leven maken onlosmakelijk deel uit van het Jodendom.
Joodse geleerden breken al heel lang het hoofd over de vraag of het Jodendom eigenlijk wel leerstellingen heeft. De een zegt dat de enige leerstelling in het Jodendom het geloof is in de enige Ene God. De ander zegt dat Tenach en Talmoed zo'n fundamentele plaats in het Jodendom innemen dat een Jood die daarin niet gelooft als ketter moet worden beschouwd. Feit is dat binnen de afzonderlijke stromingen en binnen de Joodse gemeenschappen weer andere gewoonten en tradities zijn ontstaan. Alle Joden delen echter één gemeenschappelijke geschiedenis en taal.
Het Jodendom kent drie grondbeginselen. Het geloof in één God, het geloof in de uitverkiezing van het Joodse volk en het geloof in de Thora. Daarnaast staan twee andere gedachten binnen het Jodendom centraal: het geloof in de Masjiach en de vestiging van het koninkrijk van God op aarde zoals beschreven in Jesaja 2:2-4 en Micha 4:4. De middeleeuwse Joodse wijsgeer Maimonides zegt over de komst van de Masjiach: "Ik geloof in volkomen vertrouwen aan de komst van de Masjiach en zal, al talmt hij ook, dagelijks zijn komst verwachten".
Vroege Jodendom
De oudste bronnen die ons informeren over godsdienstig verschil van mening tussen Joden onderling dateert uit de tijd van de Makkabeeen. De Joden in Israel kwamen in opstand tegen de Griekse overheersing in die tijd. Na 25 jaar kwam er een einde aan de oorlog. Drie Joodse groeperingen ontstonden, de Essenen, de Sadduceeen en de Farizeeen.
De Essenen waren een ascetische, mystieke groep. Zij leefden geisoleerd. De Sadduceeen bestonden uit priesters en aristocraten uit de Joodse maatschappij. Zij geloofden in een strikte en onveranderlijke uitleg van de geschreven Thora. Ze geloofden niet in de mondeling Thora. De Farizeeen geloofden dat God de Joden zowel een geschreven als een mondelinge Thora heeft gegeven en dat beiden strikt nageleefd dienen te worden. In de periode van de Romeinse overheersing ontstond een vierde groep, de Zeloten. De Zeloten waren geen religieuze groep, maar een nationalistische, politieke beweging.
Na de verwoesting van de Tempel (70 na Christus) waren alleen de Farizeeen en hun godsdienstig gedachtegoed nog over. Eeuwenlang was er binnen dat godsdienstige Jodendom geen verschil van mening. De principes van het vroege Jodendom zijn vergelijkbaar met wat tegenwoordig het orthodoxe Jodendom is.
Ontstaan stromingen Jodendom
Alle moderne stromingen binnen het Jodendom zijn direct of indirect ontstaan in de 18e eeuw, onder invloed van de Verlichting. In die tijd deed de westerse mens een poging om de autonomie van de rede in te voeren in alle fases van het menselijke leven. Gevolg was dat alle leerstellingen, het gezag en de traditie overboord werden gezet. De mens wilde vrijheid in alle opzichten. De grenzen tussen kerk en staat verdwenen.
Ook de Joden kwamen hierdoor in een andere positie terecht. De Joodse filosoof Moses Mendelssohn was een zoon van de Verlichting. Hij beschouwde het als zijn levenswerk om met name de emancipatie van het onderwijs door te voeren. Hij wilde op deze manier de Joodse cultuur introduceren in een breder verband binnen de Europese cultuur, zodat deze ook voor niet-Joden toegankelijk werd. Jiddisch was de gangbare taal binnen het Jodendom, maar Mendelssohn gebruikte voor zijn doel het Hebreeuws. Rond Mendelssohn ontstond een groep aanhangers die hem hielp bij zijn werk. De eerste vruchten van de emancipatie van het onderwijs was de opening van een Joodse Vrije school in Berlijn in 1778, de eerste moderne Joodse school waar alle vakken in het Duits werden gegeven.
Liberaal Jodendom
Onder invloed van het Verlichtingsdenken ontstond de liberale beweging binnen het Jodendom. De liberale Joden wilden hun godsdienst aanpassen aan de eisen van de tijd. Het liberale Jodendom beschouwt het gezag van de Thora en Talmoed als tijdgebonden. Veel Bijbelse waarheden, zoals de toekomstige opstanding uit de doden, worden ontkend. Het liberale Jodendom is ontstaan in Duitsland en vandaar uit verspreid naar Engeland en Amerika. Een belangrijk leider van deze beweging was één van Mendelssohns volgelingen, David Friedlander (1756-1834).
Eén van de grondbeginselen van het liberale Jodendom is de wens om te assimileren. Enerzijds gaat het om het Jood-zijn in leven en praktijk, maar anderzijds ook om de relatie die Joden hebben met de buitenwereld. Friedlander ging in zijn assimilatiedrift zelfs zover, dat hij in 1799 aan de Lutherse kerk in Berlijn vroeg hem en zijn beweging toe te laten tot de kerk. Wel op voorwaarden dat zij niet hoefden te geloven in de Godheid van Jezus Christus en dat zij aan de rituelen van de kerk niet zouden hoeven deelnemen.
Friedlander had niet veel aanhangers. Die kwamen pas later, zoals bijvoorbeeld in 1810. In dit jaar bouwde Israel Jacobsen (1768-1828) de eerste Joodse liberale tempel in Seesen (Duitsland). Dit was de eerste keer dat een Joods gebedshuis een tempel werd genoemd. De naam tempel was alleen voorbehouden aan dé Tempel in Jeruzalem.
In 1818 werd een liberale tempel gevestigd in Hamburg en zo langzamerhand groeide de beweging verder. De liturgie werd aangepast. De diensten, gezangen en gebeden werden in het Duits gedaan. Ook werd een orgel gebruikt in de erediensten.
Samuel Holdheim (1806-1860), één van de belangrijkste leiders van het liberale Jodendom in Duitsland, voerde grote hervormingen in. In 1849 verving hij de sabbatdiensten door zondagdiensten. Ook werd gebeden zonder hoofdbedekking of gebedsshawl en werd het blazen op de sjofar afgeschaft. Holdheim en andere leiders van de Liberale beweging negeerde zo het gezag van Thora en Talmoed.
Veel synodes binnen het liberale Jodendom volgden en andere stromingen ontstonden. In Duitsland ontstond een tegenoffensief als antwoord op alle moderniteiten in het Joodse godsdienstige leven. Leider van deze tegenbeweging was Samson Hirsch (1808-1888). Deze tegenbeweging kan het beste worden omschreven als neo-orthodox, de huidige orthodoxe beweging binnen het Jodendom. Het liberale Jodendom in Duitsland begon terrein te verliezen. Tussen 1848 en 1850 verplaatste de beweging zich, met de vele emigranten, naar Amerika.
Bronnen:
Judaism, Isidore Epstein. Penguin books, New York, 1982.
Tussen Jodendom en Christendom, dr. P.A. Siebesma. Kok, Kampen, 1996.
Wegwijs in het Jodendom, Chaim Pearl en Reuben Brookes. NIK, Amsterdam 1997.
Encyclopaedia Judaica.
Jewish virtual library.