In Ezechiël spreekt de HEERE over hagelstenen (13:1-13). De verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs dreigde. Maar, de profeten logen en zeiden dat er vrede was (vs. 10), geen gevaar! Leugens, die als een muur dienden waarachter de Jeruzalemmers zich veilig wisten. De ‘muur’ (de profeten) zou door noodweer vergaan. De HEERE zei: “Ik zal een stormwind doen losbarsten, in Mijn toorn zal er een alles wegspoelende regen komen, en hagelstenen in grimmigheid, tot een vernietigend einde” (vs. 13). Heeft deze storm ook gewoed? De geschiedenis vertelt het niet. Het lijkt figuurlijk bedoeld, zoals Jesaja zei dat hagel het toevluchtsoord van de leugen wegjaagt (28:17).

Vervolgens profeteert Ezechiël over de supermachtige koning Gog met zijn strijdkrachten. (Deze geschiedenis geeft mede zicht op satans optreden.) Veel volken sluiten zich bij Gog aan om oorlog tegen Israël te voeren. Tijdens zijn invasie zal de HEERE deze vijanden straffen. “Ik zal een alles wegspoelende regen, en hagelstenen, vuur en zwavel op hem doen regenen, op zijn troepen en op de vele volken die met hem zijn” (Ezech. 38:22b; gelijk de HEERE later in de geschiedenis ook zegt over Assyrië, Jes. 30:30).
Gog wordt ook genoemd in Openbaring 20:8. Satan, die 1000 jaar gevangen was, is dan losgelaten. Met zijn bevriende vorst Magog wil hij alsnog Jeruzalem en de tempel vernietigen. Het zal hen niet lukken (Openb. 20:9). 

Mensen zullen de Allerhoogste God blijven lasteren. Zij bekeren zich niet, zegt Openbaring 16. Daar wordt de allerlaatste plaag beschreven. “Grote hagel stenen, elk ongeveer een talent pond, vielen uit de hemel op de mensen” (vs. 21a). Je schrikt als je dit leest. Een talent zwaar! Willen mensen die daarna nog leven Gods almacht erkennen? Ach! Ach! “De mensen lasterden God vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot” (vs. 21). Men berekende dat een talent mogelijk 20, of zelfs 50 kilo kan wegen.

Tot slot. De geciteerde Bijbelse hagelstormen zijn oordelen over de ontkenning van Zijn macht, over leugens, goddeloosheid, en godslastering. Wat wil de HEERE ermee bereiken? “Zo zal Ik Mijn grootheid tonen en Mij heiligen en voor de ogen van vele heidenvolken bekend worden. Dan zullen zij weten dat Ik de HEERE ben” (Ezech. 38:23).

“Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is” (Jes. 55:6).

Ineke van Lieshout

Afbeelding: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/7/76/Hail_Hagel.jpg/640px-Hail_Hagel.jpg