Naar het model en het wordingsproces van Gods Geest groeiden uit het golem zijn organen, skelet, aders, membranen, zenuwen, pezen, spieren, hersenen enzovoorts. Zijn lichaam kreeg systematisch vorm, in tijd van dagen zoals God dit had vastgelegd. (Wij weten inmiddels precies hoe dit in de dagen van 40 weken verloopt.) Toen David dit zo overdacht, riep hij uit: “Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken, mijn ziel weet dat zeer goed” (Ps. 139:14).
Gods geliefde David spreekt over weven en borduren, een metafoor, om het meesterwerk en het wonderbaarlijke geheel van zijn menswording te beschrijven. Hij is in zijn moeder (haar naam is onbekend gebleven), op een afgezonderde plek ‘geweven’ en ‘geborduurd’. Kunnen wij dit ook over onszelf zeggen? God kent ons al voor de grondlegging van de wereld (Efe. 1:4). Wij mogen erkennen: “Heeft Eén ons niet in de baarmoeder gevormd?“ (Job 31:15) “Uw handen hebben mij gemaakt en bereid” (Ps. 119:73).
Borduren doe je met een naald met gekleurd draad. Er waren van ouds diverse borduurtechnieken voor geweven stof, precisiewerk! Waarschijnlijk droeg David koninklijke kleren met borduurwerk. Verbeelden de draden in Davids gedachten blauwe aderen, witte pezen, roze-grijze zenuwbanen en dergelijke? In de Tenach zijn meerdere woorden voor borduren elk met een eigen functie. David gebruikt het Hebreeuwse ‘rakam’. Heel bijzonder, want het staat verder enkel in Exodus voor het meest kunstzinnige borduurwerk van de tabernakelgordijnen en de kleding van de hogepriester Aäron en zijn zonen.* Bezaleël en Aholiab waren hiertoe door Gods Geest vervuld met kunstzinnig vakmanschap (Exod. 35:31, 35). Dit ‘rakam’ staat dus in heilige dienst! Kennelijk zag David zijn ontstaan in de baarmoeder als een kunstzinnig én een heilig werk.
Kunnen wij al deze gedachten doortrekken naar de meerdere van David? Ook over Hem is in een boek(rol) geschreven: “Zie, Ik kom” (Psalm 40:8). Jezus kwam! Met alle respect, ook Zijn golem is in Maria’s schoot geweven en geborduurd. Een heilig proces, te meer omdat Hij werd verwekt door de Heilige Geest. “Daarom” zei de engel tegen Maria, “het Heilige Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genoemd worden” (Luk. 1:35).
Ineke van Lieshout
*Tabernakel: Exod. 26:36; 27:16; 36:37; 38:18; priesterkleding: Exod. 28:39, 40; 39:29.
Foto: Wiki Media Commons, echografie van een baby, 14 juli 2005, Hully Foto’s, Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0.
-
Dagboek - Dag 259
Dag 259 "En als iemand u niet ontvangt en niet naar uw woorden luistert, vertrek dan uit dat huis of die stad en schud het stof van uw voeten. Voorwaar, Ik zeg u: Het zal voor het land van Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad" (Matt. 10:14 en 15). Sodom en Gomorra staan voor grove zonden: "Maar bij de profeten van Jeruzalem heb Ik iets afschuwelijks gezien: zij plegen overspel, met leugen gaan zij hun weg zij bemoedigen de kwaaddoeners,...
- Gegevens
- Categorie: Iniminies
- Hits: 305
David's Golem
In Psalm 139 stelt David zijn hele hart open voor de HEER. Vol overgave belijdt hij: “Heer U doorgrondt en kent mij”. Hij beseft heel goed dat de HEERE hem kent en liefheeft. Met al zijn wegen is Hij vertrouwd. De HEERE omgeeft hem, al van jongs af aan. Ja, vanaf zijn prilste begin zag Hij David. In een boek van de HEERE is dit vastgelegd (vs. 16). Gods ontwerp als mensje, groeiend in de buik van zijn moeder, is daarin beschreven.
In deze Psalm zegt hij tegen de HEER: “Uw ogen zagen mijn ongevormd begin“, mijn golem (Hebreeuws). De Engelse vertaling zegt substantie. We herkennen in dit woord het embryo. De HEERE zag hoe David tot ontwikkeling kwam. Dit proces verloopt, zoals David het beschrijft, volgens een ordening, een ontwerp dat zich ontplooit in dagen. Voordat zijn moeder zwanger was, was zijn ‘golem’ al in dat boek beschreven. ”Uw ogen hebben mijn ´ongevormd begin´ (golem) gezien, en zij alle werden in Uw boek beschreven, de dagen dat zij gevormd werden, toen er nog niet één van hen bestond” (vs. 16). David specificeert: “Ú hebt mijn nieren geschapen, mij in de schoot van mijn moeder geweven” (vs. 13). En: “Mijn beenderen waren voor U niet verborgen, toen ik in het verborgene gemaakt ben en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde” (vs. 15). (‘Laagste plaats’ staat voor baarmoeder, zie Ps. 22:11; 71:6).